Mediation deel 2

5 januari 2024

Andere methoden van alternatieve geschillenbeslechting dan mediation: verzoening, participatieve procedure en schikkingszitting

Alternatieve geschillenbeslechting (“ADR”) wint steeds meer terrein in het Franse recht. In 2023 benadrukte de minister van Justitie de wens van de regering om minnelijke geschillenbeslechting nog verder te bevorderen.  Er bestond al een groot aantal verschillende mechanismen voor ADR, zoals verzoening, participatieve procedures en mediation. Onlangs heeft de wetgever de mogelijkheid om lopende procedures op te knippen en de schikkingszitting aan het bestaande systeem toegevoegd. Gezien de vele beschikbare methoden voor minnelijke geschillenbeslechting is het niet altijd eenvoudig om de meest geschikte optie te kiezen. In dit artikel leggen we de belangrijkste kenmerken uit van de verzoening, de participatieve procedure en de schikkingszitting.  Voor informatie over mediation en het opknippen van een proces kunt u een eerder artikel op deze site raadplegen.

Verzoening (“Conciliation”)

Verzoening is een minnelijke methode om geschillen op te lossen onder begeleiding van een derde partij, een door de rechtbank aangewezen bemiddelaar.

Deze bemiddelaars staan op een lijst binnen het ressort van het gerechtshof waaraan zij verbonden zijn. Ze moeten een specifieke opleiding hebben gevolgd en een eed afleggen voor het gerechtshof. Ze doen hierdoor als actoren mee aan het rechtssysteem. Die hoedanigheid is het belangrijkste onderscheid tussen deze bemiddelaar en een mediator, die niet aan een gerechtshof verbonden is.

De bemiddelaar kan voorafgaand aan een procedure door de partijen worden aangesteld (artikel 1536 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering). De bemiddelaar kan ook worden benoemd wanneer de rechtbank haar taak om de partijen te verzoenen delegeert aan een bemiddelaar (artikel 129 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering).

De partijen moeten instemmen met de bemiddelingspoging. Deze kan hen niet worden opgelegd.

Wanneer de verzoening tot een minnelijke schikking leidt, kan schriftelijk worden vastgesteld dat er een akkoord is gevonden. Een schriftelijk overeenkomst is verplicht als een van de partijen afstand doet van een recht als uitkomst van de verzoeningsprocedure. De bemiddelaar stuurt dit document vervolgens naar de griffie van de rechtbank.

Deze overeenkomst kan door de rechter worden gehomologeerd zodat partijen een executoriale titel verkrijgen, wat in sommige gevallen de uitvoering van de overeenkomst kan vergemakkelijken.

Krachtens artikel 750-1 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering zijn partijen verplicht om mediation, verzoening of een participatieve procedure te proberen om toegang tot de rechtbank te krijgen voor geschillen waarmee minder dan 5 000 euro is gemoeid of die betrekking hebben op een burengeschil.

Verzoening kan deze rol spelen, net als mediation en de participatieve procedure.

Participatieve procedure (“Procédure Participative”)

In tegenstelling tot de verzoeningsprocedure is er bij de participatieve procedure geen derde partij betrokken: alleen de partijen en hun advocaten zijn aanwezig.

De participatieve procedure wordt geregeld door de artikelen 2062 tot en met 2068 van het Burgerlijk Wetboek en de artikelen 1542 tot 1564-7 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Een van de bijzondere kenmerken van de participatieve procedure is dat deze zowel het zoeken naar een minnelijke oplossing als de voorfase van een gerechtelijke procedure kan omvatten. De partijen hebben meer inspraak in de participatieve procedure dan in een gewone procedure. In het bijzonder kunnen de partijen een technicus aanwijzen (bijvoorbeeld een deskundige op het gebied waar het in het geschil om gaat) om een taak uit te voeren die nuttig is voor de voortzetting van de procedure of voor onderhandelingen met het oog op een minnelijke schikking. De technicus wordt aangesteld in een document dat medeondertekend wordt door de advocaten van de partijen. Het verslag van de technicus heeft dezelfde waarde als het verslag van een gerechtelijk expert.

De participatieve procedure vereist dat de partijen de duur van de procedure, het doel ervan en de documenten en informatie die nodig zijn om het geschil op te lossen of het proces voor te bereiden, schriftelijk vastleggen, evenals de manier waarop uitwisseling van deze stukken geregeld wordt. De partijen moeten worden bijgestaan door hun advocaten. Het sluiten van een overeenkomst voor een participatieve procedure schorst de verjaringstermijn.

De wet bepaalt niet dat de participatieve procedure vertrouwelijk is. Als de partijen de vertrouwelijkheid van hun gesprekken en communicatie willen garanderen, moet dit uitdrukkelijk worden overeengekomen.

Wanneer de partijen een volledig of gedeeltelijk akkoord bereiken, moet dit schriftelijk worden vastgelegd en medeondertekend door de advocaten van de partijen. De overeenkomst moet in detail de factoren beschrijven die het mogelijk hebben gemaakt om tot een schikking te komen.

Het in het kader van de participatieve procedure bereikte akkoord dat een einde maakt aan het geschil, kan door de rechter worden gehomologeerd. De overeenkomst waarbij een participatieve procedure wordt gestart moet bij de homologatieaanvraag gevoegd worden.

Zoals hierboven is uiteengezet, zijn partijen krachtens artikel 750-1 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering verplicht om mediation, verzoening of een participatieve procedure te proberen om toegang tot de rechtbank te krijgen voor geschillen waarmee minder dan 5 000 euro is gemoeid of die betrekking hebben op een burengeschil.

De participatieve procedure kan deze rol spelen, net als mediation en verzoening.

Schikkingszitting (“Audience de règlement amiable”)

De schikkingszitting een recente innovatie. Deze mogelijkheid is ingevoerd bij Decreet nr. 2023-686 van 29 juli 2023 betreffende maatregelen ter bevordering van de minnelijke schikking van geschillen voor de gewone rechtbanken (“Tribunaux judiciaires”). De bepalingen met betrekking tot de schikkingszitting zijn opgenomen in de artikelen 774-1 tot 774-4 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.

Zodoende kan de rechter tegenwoordig besluiten om de partijen te verwijzen naar een schikkingszitting.

De partijen kunnen zelf om deze verwijzing vragen, maar de rechter kan hun deze ook opleggen, zelfs als de partijen dit zelf niet willen. De wet vereist enkel dat de rechter aan partijen hun mening moet vragen over een mogelijke verwijzing naar een schikkingszitting. De rechter is niet verplicht om hun mening te volgen.

De schikkingszitting wordt gehouden door een rechter die geen lid is van de rechtbankformatie die over de zaak een inhoudelijk oordeel moet vellen.

De zitting is vertrouwelijk: deze is niet toegankelijk voor het publiek en zelfs de griffie van de rechtbank is niet aanwezig. Alleen de partijen, hun advocaten en de rechter die verantwoordelijk is voor de schikkingszitting zijn aanwezig. In principe is alles wat tijdens deze zitting wordt gezegd of uitgewisseld vertrouwelijk en wordt het niet meegedeeld aan de rechters die over het geschil moeten beslissen als de schikkingspoging mislukt. Partijen kunnen echter samen overeenkomen om de vertrouwelijkheid op te heffen. De vertrouwelijkheid kan ook worden opgeheven als de uitvoering van de schikking die is bereikt, vereist dat er vertrouwelijke informatie openbaar wordt gemaakt.

Tijdens de zitting probeert de rechter een schikking tussen de partijen te bereiken door middel van een evenwichtige confrontatie van hun wederzijdse standpunten en een beoordeling van hun behoeften en belangen. De rechter kan ook de rechtsbeginselen uitleggen die van toepassing zijn op het geschil.

Het doel is dat de partijen tot een schikking komen die een einde maakt aan de lopende procedure. Als de partijen een akkoord bereiken op de schikkingszitting, kan hun akkoord worden vastgelegd in een proces-verbaal dat door de rechter die verantwoordelijk is voor de schikkingszitting kan worden meegedeeld aan de rechter voor wie het geschil aanhangig is. De rechter kan een proces-verbaal opmaken en dit proces-verbaal kan gelden als executoriale titel.

Parijs, 4 januari 2024

Marinka SCHILLINGS
Advocaat, lid van de balie van Parijs
AMSTEL & SEINE Avocats
CMAP-mediatior marinka.schillings@amstelseine.com

Thom VERKUILEN
Advocaat, lid van de balie van Parijs
AMSTEL & SEINE Avocats
thom.verkuilen@amstelseine.com

Als u vragen heeft over alternatieve geschillenbeslechting in Frankrijk, kunt u contact met ons opnemen per telefoon op +33 (0)1 85 09 34 80 of per e-mail.