Coronavirus – overmacht en contractuele verplichtingen
Op 28 februari 2020 poogde de Franse minister van Economie, de heer Bruno Le Maire, de bedrijfsleiders gerust te stellen door te verzekeren dat “het coronavirus zal worden beschouwd als een geval van overmacht voor bedrijven”.
Echter, kunnen partijen bij een overeenkomst werkelijk nalaten hun contractuele verplichtingen na te komen op grond van COVID-19?
Overmacht in de Franse wetgeving
Overmacht wordt gedefinieerd in artikel 1218 van het Franse Burgerlijk Wetboek. Volgens dit artikel moet de partij die zich op overmacht beroept voor de niet-uitvoering van contractuele verplichtingen, aantonen dat er zich een gebeurtenis voordoet die aan de volgende drie cumulatieve voorwaarden voldoet:
(i) Een gebeurtenis die buiten haar controle ligt,
(ii) Een gebeurtenis die bij het sluiten van de overeenkomst onvoorzienbaar was,
(iii) Een gebeurtenis waarvan de gevolgen onoverkomelijk zijn
Er dient te worden opgemerkt dat de partijen kunnen afwijken van de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek, die niet van openbare orde zijn, en dus in het contract hun eigen definitie van overmacht kunnen opnemen, of zelfs elk geval van overmacht kunnen uitsluiten.
De gevolgen van overmacht zijn gradueel. Het Burgerlijk Wetboek maakt namelijk een onderscheid tussen een tijdelijke belemmering en een definitieve belemmering, die naargelang het geval resulteert in de opschorting of de beëindiging van het contract. Alle verplichtingen die een partij tijdelijk niet kan nakomen kunnen worden uitgesteld. Zodra de situatie het opnieuw toelaat, moet de partij weer haar verplichtingen nakomen. Indien de vertraging er echter voor zorgt dat de uitvoering van de prestatie zinloos of zonder voorwerp is, vervalt de verplichting en worden de partijen, voor zover dat mogelijk is, teruggeplaatst in hun oorspronkelijke situatie.
Kan covid-19 worden gekwalificeerd als overmacht?
De bestaande rechtspraak over epidemieën lijkt eerder de andere kant op te gaan. De H1N1-griepepidemieën van 2009, het denguevirus of het chikungunyavirus werden niet beschouwd als een gezondheidscrisis die een geval van overmacht uitmaakt. Een epidemie is dus niet noodzakelijk een geval van overmacht. Het moet voldoen aan de criteria vooropgesteld door de wetgever en rechtspraak.
Anderzijds, mocht de huidige epidemie op zich geen geval van overmacht zijn, kunnen de maatregelen die de overheid heeft genomen om de epidemie te bestrijden het alsnog mogelijk maken de huidige crisissituatie als overmacht te beschouwen.
Het voordoen van de gebeurtenis ligt buiten de controle van de partij die
overmacht inroept
De gebeurtenis die in overmacht resulteert moet extern zijn aan de partij die zich erop beroept, onafhankelijk van haar wil zijn. De rechtspraak spreekt van een “externe oorzaak”, die niet aan de schuldenaar kan worden toegeschreven.
Er bestaat geen twijfel over het externe karakter van de ordemaatregelen die de regering introduceerde om Covid-19 te bestrijden (sluiting van vestigingen, verbod op bijeenkomsten, verplicht thuisblijven (lockdown), etc.). De schuldenaar heeft niet alleen geen controle over deze maatregelen, waarvan eventuele niet-naleving strafrechtelijk vervolgd kan worden, maar ook de oorzaak ervan ligt duidelijk buiten zijn bereik.
Men moet dus in concreto beoordelen of op de datum waarop de uitvoering van de contractuele verplichting voorzien was, de afgekondigde ordemaatregelen deze uitvoering werkelijk onmogelijk maakte.
Een gebeurtenis die bij het sluiten van het contract niet te voorzien was
Het onvoorzienbare karakter van de gebeurtenis wordt beoordeeld in het licht van de capaciteiten van de debiteur, waarbij rekening wordt gehouden met het tijdstip en de plaats waarop de gebeurtenis zich voordoet.
De meerderheid van de Franse doctrine aanvaardt dat een voorzichtige en aandachtige contractspartij de huidige gezondheidscrisis redelijkerwijs niet kon voorzien. Het onvoorzienbare karakter van COVID-19 wordt vrij algemeen aanvaard, althans voor de periode vóór maart 2020. 1
Inderdaad, de onvoorspelbaarheid van de epidemie wordt beoordeeld op de dag dat de overeenkomst wordt gesloten. De vraag rijst dan ook vanaf welke datum de coronavirusepidemie “voorspelbaar” is geworden?
De eerste drie gevallen van COVID-19 in Frankrijk werden geregistreerd op 24 januari 2020. Destijds zeiden deskundigen dat de epidemie zich niet massaal in Frankrijk zou verspreiden… Enkele weken later nam de regering haar eerste ordemaatregelen en verwees de minister van Economie naar “een geval van overmacht”.
Alleen de rechters kunnen het onvoorzienbare karakter van de epidemie voor de contractpartijen geval per geval soeverein beoordelen, afhankelijk van de datum waarop het contract is gesloten.
Een gebeurtenis waarvan de gevolgen onoverkomelijk zijn
Alleen de gebeurtenis waarvan de gevolgen niet door passende maatregelen kunnen worden vermeden, vormt een geval van overmacht. De beoordeling van de overmacht heeft niet alleen betrekking op de aard van de gebeurtenis in kwestie, maar is ook in zeer grote mate afhankelijk van de omvang van de verplichting die men beweert niet te kunnen nakomen. Het onoverkomelijke karakter moet dus geval per geval worden beoordeeld in het licht van het concrete voorwerp van de overeenkomst.
Het onoverkomelijke karakter is aldus alleen verworven wanneer het contract niet kan worden uitgevoerd door een derde die de plaats van de verhinderde schuldenaar zou innemen.
Bovendien kan overmacht niet op zinvolle wijze worden ingeroepen om te ontsnappen aan de uitvoering van bepaalde contractuele verplichtingen, met name deze met betrekking op verwisselbare zaken. In het bijzonder kan de schuldenaar van een contractuele verplichting tot betaling van een geldsom niet van die verplichting worden ontheven door zich te beroepen op een geval van overmacht.
Er zijn dus veel situaties waarin de huidige gezondheidscrisis niet kunnen worden beschouwd als een geval van overmacht die de contractpartij (tijdelijk) vrijstelt van uitvoering van haar verplichtingen. Evenwel bestaan er nog andere juridische mechanismen waarop de partijen zo nodig een beroep kunnen doen, met name de heronderhandeling van contracten op grond van “hardship” (artikel 1195 van het Franse Burgerlijk Wetboek): indien de voorwaarden van bepaalde contracten onevenwichtig worden door de epidemie of daaropvolgende overheidsmaatregelen om de epidemie te bestrijden, kunnen deze contracten worden heronderhandeld. Maar dit enkel voor zover er sprake is van een wijziging van de omstandigheden die ten tijde van het sluiten van de overeenkomst niet te voorzien was en die de uitvoering buitensporig belastend maakt voor een partij die er niet mee had ingestemd dit risico op zich te nemen.
In het licht van Covid-19 is het raadzaam om voorzichtig te zijn en elke specifieke situatie zorgvuldig te analyseren alvorens een beroep te doen op overmacht. De advocaten van Amstel & Seine zijn opgeleid in internationale contracttechnieken en kunnen al uw vragen beantwoorden.
Marinka Schillings (procesvoering), Valérie Judels (procesvoering), Grietje Van de Wiel (ondernemingsrecht) and Maureen Henry zijn uw toegewijde advocaten voor al uw vragen over force majeure.
Parijs, April 2020
1 Besluit van 13 maart 2020 betreffende diverse maatregelen met betrekking tot de verspreiding van het Covid-19-virus (Arrêté du 13 mars 2020 portant diverses mesures relatives à la propagation du virus Covid-19).